zondag 19 april – net als thuis

19 april 2015 - Paramaribo, Suriname

De oudste van dienst die nog eens voor de zekerheid bij mij checkt “het is de Vos, toch, niet alleen ‘Vos’?”. De zaaldienaar (hier heten ze gewoon ‘dienaar’) die uitgebreid de tijd neemt om de microfoon bij mij op de juiste manier op te prikken (het is zo’n draadloze waar ik altijd onhandig mee ben) en te luisteren of ik goed verstaanbaar ben voor de gemeente en mijzelf. De zuster die mij rondom de dienst, en ook tijdens de dienst, souffleert (“denkt u eraan de overleden broeder te noemen?” “er staat Aria 72 op het bord, het moet 77 zijn, zegt u dat nog?”) Alles wordt in het werk gesteld om mij me in deze gemeente thuis te laten voelen. Ik heb het over de Combégemeente, en over vanmorgen, negen uur. En ik voel mij thuis in deze gemeenschap die zoveel overeenkomsten vertoont met de onze. Het is mijn eerste dienst in Suriname, en mijn hart maakt een sprongetje als ik een aantal Utrechters in de zaal zie zitten, ook al wist ik van een paar dat ze er zouden zijn.

In het mooie, toch wel 130 jaar oude, houten kerkje mag ik voorgaan en doe dat met genoegen. Als openingslied heb ik gekozen voor ‘Hoort Jezus noodt u, komt tot het feest’, omdat het een feest is, iedere zondag weer, sinds pasen – niet twee weken, maar twee eeuwen geleden – sinds de wereld niet meer dezelfde is door tussenkomst van die uitzonderlijke man, die ook God is. Puffend in mijn zwarte pak, preek ik over Hem, Jezus als goede herder. Ik leg de nadruk op hoe wij als broeders en zusters, zijn schapen, toch soms wel moeite hebben met elkaar, met andere meningen en visies, eigenwijsheid of betweterigheid. Dat we die verschillen tussen ons, verschillen in karakter, in levensvisie, in geloof, dat we die toch vooral moeten laten bestaan, mits we open staan om te leren van elkaar. En dat we misschien juist wel het meest leren van die broeder of zuster die ons wat moeilijker ligt, waar we ons soms aan ergeren. Maar bovenal, dat we niet de illusie moeten koesteren dat wij het zijn die moeten zorgen voor de eenheid in de kerk, maar dat Hij het is. Met een ‘Vier de verschillen, leer van elkaar, en Hij zal ons één maken!’ beëindig ik en zingen we ‘’t is uwe zaak, o Hoofd en Heer’ uit volle borst. Telkens, bij elk lied zingen we alle verzen, en dat maakt dat de dienst langer duurt, maar zo te zien tot niemands ongenoegen, zelfs de jeugd niet die rustig en aandachtig aan de zijkant meeviert, en waarvan er enkelen mij zelfs na de dienst zeer vriendelijk complimenteren.

Mocht u dit lezen en wat onrustig op uw stoel achter de pc heen en weer bewegen, Utrechters in Utrecht, en zich afvragen of ik het toch niet een beetje teveel naar mijn zin heb, weest u gerust, want op de vraag van een zuster of ik toch niet wil overwegen predikant te worden in de Combégemeente volgt er een resoluut ‘neehoor, zuster’ van mijn kant, gevolgd door: ‘ik heb in Utrecht mijn plek gevonden, en ben daar voorlopig niet klaar’. En in de dienst vertel ik dan ook over Utrecht, over onze gewoonten, hoe wij vieren, ik breng de groeten van u aan hen over en doe dat bij deze terug aan u allen. Het is een leuke gemeente om heen te gaan wanneer u in Suriname bent. En wanneer u geluk hebt, komt u broeder Macknack achter het orgel tegen, of, zoals vandaag broeder Zeefuik (inderdaad, oom van...)

Ook aanwezig in de dienst is broeder Chin On, die mij reeds vorige week gewaarschuwd had dat hij me achterna zou reizen (nou ja, achterna reizen.... het toeval wil dat hij een afspraak had deze dagen in Suriname) en zo ontmoeten we elkaar voorafgaand aan de dienst. De broeder vraagt mij of ik met hem na de dienst een bezoek wil brengen aan een ernstig zieke neef. Twee broeders van de gemeente gaan mee en zo vieren we rond het middaguur, in de woonkamer van deze broeder, met zijn familie, het avondmaal. Het is behelpen, want de liturgie van deze gemeente is anders. En niet alle liederen zijn even bekend, en we zingen wat aarzelend. Maar het is niet de soepelheid van de liturgie, of het volume van de liederen dat maakt dat de viering ‘echt’ is, het is de intentie, de beleving, en vooral de aanwezigheid van de Heer zelf, ook in de woonkamer van deze broeder. En zo, in de intimiteit van de huiskamer, is het een bijzondere manier om samen te belijden, te beleven en te geloven. Wat zijn wij, broeders en zusters, toch gezegend met dit sacrament en onze gebruiken! Het maakt dat we een vorm hebben om uiting te geven, uiting aan de vreugde, zoals in de dienst. Maar ook uiting aan verdriet en angst door de troost en de genade die we in het sacrament ontvangen. Vreugde en verdriet naast elkaar. En de broeder is zichtbaar dankbaar wanneer we hem weer verlaten.

Onderweg terug word mij verteld dat de kathedraal verderop in de staat waar ik logeer, de hoogste houten kerk is ter wereld. Ik wist reeds dat er iedere ochtend een morgenwijding is, voor de mensen die in de kantoren werken die eromheen staan. Één dezer dagen zal ik er bij zijn, maar niet morgen, want morgen meld ik mij weer op het centraal kantoor om de afspraken van de week door te nemen, waarna ik een bezoekje zal brengen aan broeder Paul in zijn nieuwe kantoor bij toneelvereniging Thalia.

‘Thuis’gekomen in de herberg zoekt ik contact met mijn echte thuis, via skype, met mijn lieve Mirella. En zo ben ik ook weer op de hoogte van alle nieuwtjes daar, in mijn gemeente!

Foto’s

4 Reacties

  1. Carlo:
    20 april 2015
    Mijn dag begint in elk geval weer goed, bedankt!
    Groeten uit Cannes.
  2. Viola Dikmoet:
    20 april 2015
    Ik geniet elke dag van de leuke , verhalen en belevenissen Ik las ook, dat U naar Coronie gaat, het zou ook leuk zijn als u naar Nickerie een kijkje gaat nemen, mij geboorte stad. Dat zal helemaal
    te gek zijn.Ik wens u nog heel veel plezier en Godszegen toe.
  3. Corry wikkeling:
    20 april 2015
    Wat zal je het warm gehad hebben in dat zwarte pak!!!!!!
    Heel bijzonder dat je iedere dag vertelt over al je belevenissen.
    Waar haal je de tijd vandaan?????? Maar wij genieten er van!
    Lieve groet, Corry
  4. Judith Vrede:
    20 april 2015
    Het was een erg mooie dienst. Leuk om u in Suriname te horen preken. Ik hoop nog vaker een dienst van u te mogen bijwonen.