Woensdag 20 mei - wilde bussen en rustige gesprekken

20 mei 2015 - Paramaribo, Suriname

Ik heb op een ‘wilde bus’ gereden en het was een zeer ontspannen rit. Dat wilde ik even kwijt, dat, en ook dat het eigenlijk geen ‘wilde bus’ meer heet. Want zo ‘wild’ zijn ze niet meer. Dat vertrouwde een zuster mij toe. Het heette vroeger een ‘wilde bus’ omdat de bus overal stopt, op de gekste plekken, als je er maar om vraagt. Nu zijn er op verschillende plaatsen bushaltes. Zoals bij het punt vanwaar ik de bus wil nemen. Maar de paal staat middenin een grasveld, dat erg zompig is vanwege de vele regen de afgelopen dagen. Het is gek dat het midden in het gras staat, omdat een 50 meter eerder een plek is waar de bus veel beter kan stoppen. Net op tijd merk ik dat de bus daar dan ook gaat stoppen, en ik moet rennen om de bus te halen, voordat ‘ie weer wegrijdt. Ik stap de bus binnen en ga zitten of het de gewoonste zaak van de wereld is. In werkelijkheid vergeet ik gewoon de chauffeur te betalen. Maar het lijkt alsof ik al járen met de bus rij, want het is blijkbaar sowieso de gewoonte om te betalen bij het naar buiten gaan.

Zo’n wilde bus is een geval apart. Het is een particulier bedrijf, de bus is eigendom van de chauffeur. Die krijgt een vergunning om te rijden op een bepaald traject. Je betaalt, ongeacht hoe ver je rijdt, 1,25 SRD (ongeveer 35 eurocent), bij het uitstappen, dus. Omdat dit zo weinig is, is de bus voorzien van zoveel mogelijk zitplaatsen. Maar dan ook echt zoveel mogelijk. Mocht u lastig een beeld kunnen vormen: de grootte van de bus is dichter bij die van zo’n oud flower-power volkswagen busje, dan bij de grootte van de moderne stadsbus (jawel, ‘googlen’ maar). Maar goed, elk plaatsje is benut. Zo kun je voorin naast de bestuurder zitten, direct achter hem, boven wat volgens mij de motor is, waardoor het niet echt een zitplaats is. Dan, verder naar achteren, zijn er vier stoelen naast elkaar. Op een breedte van, laten we zeggen nog geen twee meter, is dat niet veel. Er is dan ook geen pad, tenminste, niet als alle plaatsen bezet zijn. Want er zijn twee vaste stoelen rechts en één links. Maar aan de stoelen links zit een klapstoeltje. Als je dat opent, past het precies in de ruimte tussen de stoelen rechts en links. Geen ruimte meer voor wat dan ook, dus als je erachter zit, zul je geduld moeten hebben voordat de klapstoelbezetters zijn opgestaan. Geen tip voor claustrofoben. Zeker ook geen tip voor als het een graad of 35 is, en de zon brandt. Dan wordt het ineens wel erg nauw, zo krap naast elkaar. Het is eigenlijk überhaupt geen tip om te doen, behalve als je net als ik, kunt reizen in de koelte van de avond, de relatieve rust na de spits, geen haast hebt, en naast een raampje kunt zitten dat open kan (is ook niet altijd het geval) Dan, maar wel onder deze voorwaarden, is het een heel ontspannen rit, voor bijna geen geld.

De bus rijdt mij van vlak voor het huis van de zus van zuster Susan Jeroe naar het centrum van de stad. Ik kom van de zuster die ik al ontmoet heb toen ik het vliegtuig uitstapte, alweer vier weken geleden. Ik zei haar toen langs te komen als de tijd het zou toelaten en dat was het geval. Samen met haar zus, dochter en kleindochter hebben we een bijzonder plezierig gesprek over van alles en nog wat. Van catechisatie tot Manya’s en van al die verschillende kerken in Nederland tot de problematiek met huizen in Suriname. Het was bijzonder prettig om deze zuster in goede gezondheid te zien. zie de foto.

Het was een volle dag, want vanmorgen werden Mirella en ik opgehaald door br. Henri Resida. Het was iets dat hij mij beloofde toe hij mij contactte over de dienst in Rogate van 1,5 week geleden. Hij rijdt ons rond in half Paramaribo en erbuiten. En nodigt ons bij hem thuis uit, waar zijn zus en vrouw op ons wachten. Ik vertelde u eerder van zijn vrouw en de voorliefde die zij en ik delen voor gedichten en mooie verhalen. Ze deelt ook nu het een en ander met ons, onder andere de schat aan verzamelde kaarten en voorwerpen rondom hun bruiloft, die afgelopen jaar verjaarde en goud werd. zie de foto’s.

Vanavond ben ik bij een ontmoeting tussen een paar christelijke, geestelijke leiders. Het komt voort uit de ontmoeting afgelopen zaterdag en is een initiatief om elkaar als leiders van verschillende kerken, beter te leren kennen. We zijn met vijf, waaronder ook zuster Nortan van Geyersvlijt, en het gesprek heeft een stevige diepgang. “Ik denk soms na over mensen als schuurpapier” Is de wat vreemd klinkende opmerking van een hulppredikant van de ‘Tabernacle of Faith’, maar hij legt uit: “Sommige mensen zijn als grof schuurpapier, ze komen op onze weg om ons te vormen, de grote lijnen in ons karakter bij te stellen, scherpe randen van ons af te halen. Om ons vorm te geven. Andere mensen zijn fijn schuurpapier, voor de ‘fine-tuning’. Ze helpen ons om te perfectioneren wat we goed kunnen, ze helpen om ons te polijsten, ze helpen om ons mooi te maken. Een mooie gedachte, zeker als je mensen tegenkomt die ‘onder je huid gaan zitten’, of zelfs die je dwars kunnen zitten. Het geeft ruimte in het perspectief. We wisselen de emailadressen uit, zodat we met elkaar in contact kunnen blijven, ook als ik terug in Nederland ben.

Foto’s