Zaterdag 9 mei – torens en politie

9 mei 2015 - Paramaribo, Suriname

‘bong, bong, bong’ Het gaat met een groot kabaal gepaard, maar het moet dan ook gehoord worden: de Rust en Vrede kerk houdt zangdienst. En ik hou mijn hart vast, want de broeder die de klok luidt doet dat met zulke overgave, bijna hangend aan het touw dat de klok beweegt, zodat de klokkentoren schudt op zijn grondvesten. Het is een losstaande toren, van een meter of acht hoog, staande op vier dikke palen, als stevige vlaggenmasten. De broeder luidt de klok met zo’n kracht dat de palen heen en weer bewegen, op het ritme van zijn geslinger. Maar geen van de kerkgangers kijkt en verder naar om of is er verbaasd over, ze zijn de passie van de broeder blijkbaar gewend, en de klokkentoren blijft natuurlijk gewoon op zijn plek staan.

Het is geen slecht gevulde dienst (in vergelijking met andere zangdiensten waar ik geweest ben) er zijn zo’n vijftig mensen. Terwijl we wachten op het begin vraag ik aan de zuster naast me wat het woord ‘kibri’  ook al weer betekent – op de muur van de kerk staat, naar het voorbeeld van de grote stadskerk, een psalmtekst (46:8): ‘De heer Zebaot is met ons, de God van Jakob is onze schuilplaats. (‘schuilen’, was het antwoord dus) Het levert een leuk gesprekje op met de zuster naast me, en meer dan dat, ook een lift terug naar de herberg. Heen ben ik gaan lopen, maar dat koste me toch een klein half uur. De zuster wil daar niet van weten en genereus biedt ze aan me weer terug te brengen, "Ik moet toch langs de gravenstraat". Uiteindelijk ben ik er blij om. Want de zuster die de dienst leidt, houdt niet van half werk. Ook hier (zie 18 april de beschrijving van de zangdienst in de Combégemeente) is een zangdienst een complete dienst, niet alleen liederen, dagteksten en gebed, maar ook een collecte, twee schriftlezingen, een preek en meerdere gebeden. Het maakt dat de zuster bijna twee uur volmaakt. Om te checken of het aan mij ligt, zeg ik met een glimlach tegen mijn buurvrouw: “dit is de langste zangdienst die ik ooit heb meegemaakt...” De zuster kijkt me wat verbaasd aan, kijkt vervolgens op haar horloge, en kijkt dan weer naar mij: “vindt u dit lang, dan?” Het ligt dus aan mij... Je kijk op de werkelijkheid hangt af van wat je gewend bent, en een half uur (of minder) Zeister zangdienst is dan wel anders... Ziet u de foto’s en het filmpje van de kerk.

“pffff, ik heb gelúúk!” Hij is zichtbaar opgelucht, deze chauffeur die me van het ziekenhuis (waar ik Ray Wimpel in actie heb gezien) weer naar de stad zal brengen. Het ging niet vanzelf, een rit krijgen: ik werd eerst aangesproken door een andere chauffeur die me 20 srd vroeg. Aangezien ik heen gebracht was voor 10, vond ik dat wel veel, en ging door naar de volgende. Vol goede moed omdat ik zeker van mijn zaak was, liep ik op een groepje chauffeurs af, en vroeg de prijs. Maar, na wat heen-en-weer, verder dan 15 euro kwam ik niet. “het is echt redelijk, hoor, meneer” en ik zie dat het einde bereikt is. Daarnaast realiseer ik me halverwege de discussie dat ik wel erg hard bezig ben om het stereotype van de Nederlander te vervullen – alles moet zo goedkoop mogelijk. Dus ik aanvaard de prijs en stap in. Later hoor ik van een andere taxichauffeur dat er verschil is: de taxi’s voor het ziekenhuis zijn zelfstandig, hebben geen zekerheid van een centrale achter zich, en moeten het dus echt hebben van elke rit die ze maken, in tegenstelling tot de taxi’s die bij een centrale zijn aangesloten. Dus het was ook écht redelijk.

Ik stap in, we rijden weg en we zijn nog geen tien meter onderweg, of er klinkt een ‘wieuw’ achter ons – politie. Ik vraag me af wat het is, en vind het eigenlijk wel interessant, mij zullen ze niet aanspreken en dat is natuurlijk wel een luxe positie van waaruit je kunt zien hoe de politie hier werkt. Wel, dat blijkt heel formeel te zijn. Twee jonge agenten van zeker niet meer dan 30 jaar staan aan beide zijden van de auto, bijna intimiderend. De agent bij de bestuurder vraagt: “waarom deed u dat? U weet heel goed, dat u daar niet op die manier mag oversteken” (het woord ‘boren’ gebruikt hij niet, het past denk ik niet in de formele taal) “Er staan een heleboel borden die heel duidelijk aangeven dat het niet mag.” De chauffeur knikt, is onderdanig, bevestigt wat de agent zegt, geeft hem helemaal gelijk. “De boete hiervoor bedraagt 350 srd (inderdaad, 100 euro!) dat is het toch niet waard?” “nee, agent, dat is het zeker niet, u hebt gelijk, ik zal het niet meer doen”. “Voor deze keer zie ik het door de vingers”, zegt de agent, en ik zie het gezicht niet, maar meen in zijn stem een bepaalde trots te horen dat hij dit kan en mag doen. “Ik laat het bij een waarschuwing voor nu, u mag gaan”. En we vervolgen onze weg, en de chauffeur roept hoeveel geluk hij heeft. Hij legt me ook uit wat er gebeurd is (namelijk veel meer dan ik zag): “Ik kén deze agent, dat is mijn neef. Ik ken hem héél goed, ik zie hem bijna dagelijks in de familie, hij woont een paar huizen verder dan mij” Hij licht verder toe: “Hij kan het natuurlijk niet laten merken dat hij me kent, want dan moet hij me de boete wel geven, zijn collega zou anders kunnen denken dat hij gunsten verleent aan familieleden, en die zou hetzelfde kunnen gaan doen, dan is het einde zoek”. En hij heeft er ook begrip voor: “Het is een moeilijk vak, hoor, agent zijn”. “Nou”, zeg ik vrolijk “dan moet je hem vanavond maar een biertje aanbieden” “Neeee zeg, dan krijg ik weer de wind van voren, dan houdt ‘ie niet meer op dat ik verantwoordelijker moet zijn, ik kijk wel uit!” 

Foto’s

1 Reactie

  1. Nell:
    11 mei 2015
    Mooie kerk! Ik heb er mijn belijdenis gedaan. Samen met Rita Harry.