Vrijdag 8 mei – geloofsbelevingen

8 mei 2015 - Paramaribo, Suriname

“ik geloof niet dat ik ooit heb gepreekt op mijn sokken” Ik zeg het om het ijs te breken, maar het was eigenlijk helemaal niet nodig, dat ijs was al gesmolten. En nu eens niet door het weer, maar door de warmte van de mensen. De vloerbedekking is blauw, en erop, vlak voor me zitten zes mensen, jongeren en ietwat oudere jongeren. De ruimte hoort bij het jeugdcentrum van de EBGS, op het terrein achter het Theologisch Seminarie. Het was eigenlijk ooit een kantine, maar is nu omgedoopt en omgebouwd tot een gebedsruimte voor de jeugd. Met mooie kleurige gordijnen en dus een bijzonder stevige kleur blauw als kleur van de vloerbedekking. En op zo’n mooie vloerbedekking doe je je schoenen uit. Maar ook inhoudelijk heeft het goede Bijbelse papieren: om het schoeisel van je voeten te doen op een plek die je als heilig of inspirerend beschouwt (het verhaal van de brandende braamstruik)

Het ijs was al gesmolten doordat we de avond waren begonnen met het zingen van een aantal liederen, onder begeleiding van de broer van de initiatiefneemster, ook een predikant in Nederland, en nu op bezoek vanwege familievieringen. We zongen: “ik vermag alle dingen in hem die mij kracht geeft” geïnspireerd door de maandtekst voor mei in ons dagtekstenboekje. Halverwege het zingen komt nog een verlate broeder binnen, tijdens het gebed knielt hij en doet een doek over zijn hoofd. Na de bijeenkomst maak ik een praatje met hem: “het lijkt wel een joods gebedskleed”, en dat blijkt het ook te zijn, origineel met de Joodse zegenbede ‘Gezegend is de naam van de Heer’ in het Hebreeuws op de rand. De mantel is helemaal compleet met gebedskwastjes aan de zijkanten. Hij blijkt het cadeau gehad te hebben.

Vijf van de zes mensen die voor me op de grond zitten deze bijeenkomst, doen mee aan de ‘challenge’, een uitdaging voor de jeugd, opgezet door Gabby Monkou, directeur van het jeugdcentrum. De inhoud is de uitdaging om veertig dagen te vasten en in die tijd extra ruimte in te plannen om te bidden voor jezelf, voor God, voor Suriname, voor de kerk, etc. Elke dag, tussen zeven en acht, is er een dagsluiting, met een Bijbellezing, gebed en preek, telkens door een andere voorganger. Ik ben de eerste uit de Broedergemeente (hoewel het jeugdcentrum nog steeds echt van de EBG is, zijn de jongeren afkomstig uit verschillende hoeken van de kerk) en dus ik doe een poging om de herkomst van het dagtekstenboekje toe te lichten, maar merk al snel aan de toehoorders dat dit helemaal niet hoeft, de meesten hebben zelf een exemplaar. Op mn sokken vertel ik dat ik bewondering heb voor de mensen die vasten, omdat het een uitoefening is van precies dat wat Paulus zegt in de Galatenbrief: ‘niet zaaien in het vlees, maar in de Geest’ (de leertekst van vandaag) “Vasten is zaaien in de Geest, net als bidden, Bijbellezen, naar de kerk gaan, zingen. Het zijn zaadjes die je zaait  in het werk van de Geest. En de oogst, de vruchten zijn ook door Paulus genoemd, vlak ervoor in hoofdstuk 5: dat wat we mogen plukken zijn voldoening, geluk en groei in het geestelijk leven, en nog een heleboel meer.”

De hele bijeenkomst doet me denken aan een bijeenkomst van ‘Youth For Christ’. Het heeft een ontspannen karakter, waar ook ik me in thuis voel (het komt natuurlijk ook door de sokken...) en het lijkt bijna huiselijk. De deelnemers zijn deze vrije vorm gewend, en bidden ook vrijuit. Maar anders dan ik gewend ben, want wanneer ik voorstel om een gebedsronde te doen waarin een ieder vrij is om te bidden, doelde ik op ‘hardop’ bidden. Maar dat gebeurde niet, de meeste van de aanwezigen bidden wel, maar niet hard genoeg om voor iedereen verstaanbaar te zijn. Uiteindelijk kies ik ervoor om zelf maar hardop voor de onderwerpen te bidden die genoemd zijn. Al doende leert men. Als afloop wensen we elkaar de zegen van God. Een mooie, eenvoudige samenkomst in intieme sfeer. Bijzonder dat het zo ook kan.

“Het is drukking, mensen - moeder, dochter zijn afstand, je begrijpt wat ik bedoel, toch?” De taxichauffeur is moeilijk te verstaan. Later zal ik hem ook vragen waar hij vandaan komt, maar het antwoord ‘Nickerie’ brengt niet veel helderheid. Maar voor het moment moet ik hem eest proberen te begrijpen. Zijn klacht is dat het allemaal te snel gaat, dat mensen geen tijd voor elkaar nemen, en familie al helemaal niet. Het maakt dat alles gehaaster wordt, mensen op latere leeftijd erachter komen wat ze gemist hebben. Het was niet zomaar een treurzang van een ouder wordende man, zo oud was ‘ie ook niet. Maar hij leek zich oprecht zorgen te maken over een generatie die zich bewust of onbewust losweekte van de sociale samenhang, met alle gevolgen van dien.

Als tegenhanger zegt een andere chauffeur, een Hindoe, me aan het einde van de middag, midden tussen de Dyugu-Dyugu (drukte, broeierigheid), deze mooie zin: “Jouw God is zo groot dat Hij de hele wereld in zijn hand houdt, en ook mij daarbij, mijn God is zo groot dat Hij de hele wereld in zijn hand houdt, en ook jou daarbij” Een mooiere samenvatting van de gezindheid van de religieuzen in Suriname kan ik me niet voorstellen.

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

Foto’s

1 Reactie

  1. Nell:
    9 mei 2015
    Een mooie zegenbede sprak de taxichauffeur uit. En daarmee heeft hij ook de basis, de uitgangspunten, van de Surinaamse samenleving weergegeven. Zie de synagoge en de moskee, gebroederlijk naast elkaar gelegen.
    Laten wij Onze Heer en Vader hiervoor steeds danken én steeds weer smeken ons de kracht te geven het zo te houden.