Donderdag 7 mei – reacties

7 mei 2015 - Paramaribo, Suriname

Het wordt hoog tijd dat ik reageer op een paar van uw reacties, opmerkingen, etc. via deze site, van de afgelopen dagen. Om te beginnen met twee rectificaties: het moet zijn Awari (en niet Awara) met dank aan zuster Corrie. Door wat te zoeken, samen met Mirella verbonden via Skype, op google en andere zoekmachines kwamen we op een simpel antwoordt: het is een opossum, een buidelrat, een naar mijn mening lelijk diertje (maar wie ben ik als schepsel om een ander van Gods schepselen ‘lelijk’  te noemen...) maar dat natuurlijk niet verdiende om onder de wielen van de auto van br. Castilion zijn einde te vinden, wat gelukkig ook niet het geval was (zie het verhaal van vrijdag 1 mei).

Een andere tip kwam van broeder Hugo die mij de juiste schrijfwijze voor Mango stuurde: Manya (i.p.v. Manye) zie het verhaal van zaterdag 2 mei. Doorgaans check ik deze zaken via hetzij internet hetzij een woordenboek, maar tot beide had ik weinig tot geen toegang, het afgelopen weekend in Coronie (door wat creativiteit en wisseling van gelden kon ik wel de verhalen en foto's plaatsen). Ik heb wel geleerd dat er verschillende soorten mango’s zijn. Maar de specialiteit van Coronie is natuurlijk de kokosnoot, die er overigens ook in verschillende versies bestaat, en het koude sap is een lekkernij op een warme middag!

Wat betreft de ‘rondvliegende inwoners’ waar zuster Nelly naar vroeg (reactie op verhaal van donderdg 30 april). Aanvankelijk dacht ik dat zij doelde op de mugjes en muskieten die er overal zijn, zeker rond de tijd van de schemering (die hier veel korter is dan in Nederland, in een klein half uurtje is het gedaan, maar dat geldt niet voor de aanwezigheid van die beestjes) Maar wellicht doelde ze op iets anders: vleermuizen. Zeker wanneer de vruchten rijp zijn, komen ze zodra het een beetje donker wordt, naar buiten en vliegen je om de oren. In het huis van broeder en zuster Castillion waren ze via de kleine kiertjes in de zijkant van het huis op de vliering gekomen. Net als muizen en ratten hebben vleermuizen maar een héél kleine ingang nodig, zo vertelde deze broeder mij. En hij waarschuwde me dat het zou kunnen dat ik de vleermuizen ’s nachts zou horen. Ik heb ze gehoord, maar veel last had ik er niet van. Dat is maar goed, vertelde de broeder, want er is wel een hulpmiddel tegen, maar of we daar blij mee zouden zijn... “Een paar jaar geleden”, zo vertelde hij, “had ik in een ander huis ook last van vleermuizen. Totdat op een bepaald moment een uil de zolder eigenlijk ook wel als een bijzonder plezierige woning beschouwde, en hij verhuisde naar de vliering. Vleermuizen en een uil, dat gaat niet samen, vooral omdat de laatste de eersten eet. En de strijd was van korte duur, met de uil als grote overwinnar en nieuwe bewoner van de zolder. Niet lang nadat dit gebeurd was en geen vleermuis zich meer durfde te vertonen op de vliering, en ik dacht rustig te kunnen slapen, werd ik midden in de nacht met een schok wakker. Ik hoorde voetstappen op de vliering, er was een inbreker in huis. Althans, dat was wat ik dacht. Maar wat bleek bij nadere inspectie: De uil was een uil die niet stilzat. Als een legerofficier die zijn grenzen moet bewaken had deze uil de gewoonte ’s nachts rond te lopen op de zolder. Maar dat deed hij niet zachtjes, en elke stap die hij deed was als de voet van een volwassen man, ‘bonk, bonk, bonk’.” aldus broeder Castillion. Het was een typisch geval van een oplossing die erger is dan het probleem, en in gedachten zag ik een grote, ernstig kijkende uil die met de handen (vleugels) op de rug, zoals de uilen in de kindertekenfilms dat doen, met grote stappen rondlopen op die zolder.

Verder dank ik u voor alle leuke reacties en opmerkingen. Het is goed om zo verbonden te zijn, de techniek staat voor niks. Mochten er nog meer groeten overgebracht worden, hoor ik het graag (ook als ze eerder genoemd zijn, want ik weet niet zeker of ik alles ook onthouden heb) Zuster Jane, ik moet het heel eerlijk bekennen, ik weet niet meer wat u mij gezegd hebt, het ging over uw huis hier, staat me bij... (bij de foto ‘palmentuin 1, 24 april)

‘Vandaag was zeker een rustige dag?’ hoor ik u denken, en dat klopt in zekere zin: ’s ochtends op het kerkkantoor, ’s middags gewerkt aan de dienst voor zondag (ik mag voorgaan in gemeente 'Rogate'), wat inkopen doen bij het onvolprezen Kirpalani's (alleen jammer dat het me nog steeds niet lukt met pin-pas te betalen, ook al bezweren de kassajuffrouwen mij dat het anders altijd wel lukt, mijn drie pogingen ten spijt, en ja, het saldo is voldoende!), de was gedaan en contact met mijn lieve vrouw, en vanavond heb ik een college bijgewoond van zuster Zamuel, één van de twee directeuren van het Theologisch Seminarie (de ander is ook al voorbijgekomen, broeder Michael Persaud) samen met de kritische maar toch ook erg betrokken deeltijdstudenten Theologie. Morgen ben ik te gast in het Academisch Ziekenhuis, mag ik de dagsluiting verzorgen in het jeugdcentrum, en moet ik niet vergeten mijn duurbetaalde, vers gestoomde pak op te halen...

Foto’s