Woensdag 22 april – een mooi vak

22 april 2015 - Paramaribo, Suriname

“Mi sa de nanga yu!” (ik zal met je zijn) Het zijn de woorden van ds. Johan Moor die klinken in de Saronkerk op deze avond. Of beter gezegd: hij herhaalt de woorden die God sprak tegen Mozes, een goede drieduizend jaar geleden. Toen hij een braamstruik tegenkwam die brandde, maar niet verteerde. Mozes, die alles wat hij kon bedenken tegenwierp, om maar niet terug te hoeven naar dat Egypte, om zijn volk te bevrijden. De Heer die hem geruststelt: ik zal zelf met je meegaan. ds. Moor is de voorganger van deze Saronkerk en hij spreekt deze woorden tegen een zuster Bouman-Wolfert die deze dag haar verjari dei heeft: en wel een ‘bigi yari’  van 85, en ik mag te gast zijn.

Hij zegt het in een moment van vrije bijdrages, halverwege de dienst, want het is zuster Anches-Breeveld (inderdaad, familie...) die deze dankdienst leidt. En wie ooit een dienst heeft meegemaakt met deze zuster, die weet dat het swingt. Ze staat centraal voorin, achter de microfoon. Maar ‘staan’  is teveel gezegd. Geen enkel moment is daar namelijk sprake van. Elk moment van ieder lied dat gezongen wordt (en ze staat erop dat we alle 14 liederen zingen die de jarige zuster heeft uitgekozen – “want dat heeft ze immers niet voor niets gedaan”) beweegt ze, tapt ze met haar voeten, slaat ze met haar handen, geeft ze het ritme aan met haar hoofd. Geen deel van haar lichaam is niet in beweging. En hetzelfde is het wanneer ze spreekt, dan spreekt ieder lichaamsdeel met haar mee, van top tot teen is ze in feestelijke kleding gehuld, en de bewegingen passen daarbij – met passie gaat het, de gehele dienst van ruim 1,5 uur door. Met groeiende bewondering kijk ik naar haar en de hoeveelheid energie die ze geeft. Ik zit op de eerste rij, want de zuster heeft bedacht dat er voor mij in deze dienst ook een rol weggelegd moet zijn, ook al ben ik te gast. Ik mag de dagteksten lezen. Natuurlijk had ik haar niet moeten vragen of ik het in het Nederlands of het Surinaams zal doen, want op zo’n vraag is het antwoord duidelijk: “lees in het sranan, broeder” Maar, de oefening in een vrij moment vanmiddag is niet voor niets geweest; de aanwezigen kunnen het waarderen.

Vanmorgen spraak ik al met deze zuster Anches, in de koffiekeuken op het kantoor. En ze deelt met mij hoe ze het vak van predikant invulling geeft, hoe ze geleerd heeft, gegroeid is. Door de jaren heen verschillende momenten heeft gekend van zoeken, maar ook vinden. Het vinden van een eigen weg. Hoe er mensen zijn geweest die haar daarin hebben geholpen. Gestuurd, soms ook, maar vooral ook hoe bijzonder de ervaring telkens is dat, wanneer je het lef hebt om je vertrouwen op God te stellen, er ook daadwerkelijk iets bijzonders gebeurt. De nacht voor een moeilijk gesprek, of een belangrijke dienst die je half wakend doorbrengt omdat je je afvraagt wat wijs is om te zeggen, of te doen. Dat er in zo’n proces altijd een moment komt, waarin je het niet meer weet, en in wanhoop uitroept: Heer, help! Maar dat het daarmee dan ook is gedaan. Want daarmee is ineens de rust er, daarmee komen de woorden. En: “maakt u zich geen zorgen over wat u zult zeggen, de geest zal het u ingeven” wordt dan ineens realiteit.

Voor de niet-predikanten onder de lezers (wees gerust, u behoort tot de overweldigende meerderheid) – misschien was u in de veronderstelling dat een dominee op de een of andere manier een makkelijker toegang heeft tot het kunnen vertrouwen van God. Op de één of andere manier een groter geloof, of meer zekerheid in het geloof. Wel, laat me u dan uit de droom helpen: de dominee is ook maar een gewoon mens. Een mens die moet leren geloven, vertrouwen, zijn leven over te geven in de handen van God. En meer en meer kom ik tot de ontdekking dat pas dan, als je als predikant leert om los te laten, om het over te laten, pas dan kun je werkelijk tot dienst zijn voor de ander. En de reden is natuurlijk eenvoudig: omdat jij het niet bent, als predikant, die de ander helpt, maar dat het God is die door jou heen werkt. En dan is er veel mogelijk. En terwijl we spreken, daar, leunend op het aanrecht van de keuken, een halve mok koffie in de hand (want we spreken zo lang, dat het water al warm was en ik maar een mok heb ingeschonken), terwijl we zo spreken, schiet me een gedachte te binnen die zr. Anches bijna direct verwoord: “we hebben het mooiste vak ter wereld, broeder.”

En ook in mijn gesprek op het theologisch seminarie, daarna, samen met de directeur (zr. Zamuel) en een docent (br. Persoud) komt dit terug. De veelzijdigheid, de werkelijk zeer verschillende talenten waarop een beroep wordt gedaan in het werkveld, in de praktijk, iedere dag weer. Als er iets is dat deze twee mensen mij duidelijk maken, dan is het wel dat een goed predikant pas een goed predikant kan zijn - en echt alleen dan - als hij/zij óók echt zichzelf kan zijn. Als de unieke talenten en kwaliteiten (eigenaardigheden...) van de predikant tot zijn recht kunnen komen in het werk. Ik vind het mooi om dit uit de mond te horen van de mensen die verantwoordelijk zijn voor de opleiding van nieuwe predikanten, geestelijk verzorgers, pastoraal medewerkers, kortom, de geestelijk leiders van de toekomst.

Morgen zal ik weer naar het seminarie gaan en zowel een aantal docenten als studenten ontmoeten, ik ben benieuwd.

Foto’s

3 Reacties

  1. Arja:
    23 april 2015
    Hoi Mark,
    wat kun jij gezellig schrijven zeg. Ik zit hier in ons (nog heel even) bewolkte kikkerlandje je belevenissen mee te beleven alsof ik met je meeloop. Heerlijk! Ook gaaf de manier van beleven door jou en degenen die je ontmoet. Schrijf lekker door, ik geniet.
    groetjes uit Gouda
  2. Carlo Wikkeling:
    23 april 2015
    Dominee, ik moet tot mijn schande bekennen dat ik als geboren Surinamer maar 3 EBG kerken in Suriname, van binnen heb gezien, nl. de Grote Stads Kerk, de Wanica Kerk en de Noorder Stads Kerk. Bij mijn volgende bezoek aan Suriname zal ik DV enkele door u bezochte en nog te bezoeken kerken bezoeken.U heeft mijn ogen geopend wat dat betreft.
  3. Jane peiter:
    23 april 2015
    Goede morgen br ik geniet dagelijks van u verhaal en leer hieruit de dingen die ik als EBG en sur nooit heb gezien of beter gezegd opgelet het is echt spannend dagelijks nw dingen te zien zodat mijn volgende bezoek anders zal zijn en. Niet omgevings gericht fijne tijd