Dinsdag 21 april – het verkeer en andere verbazingwekkende dingen

21 april 2015 - Paramaribo, Suriname

Ik krijg er handigheid in, in het oversteken. En dat moet ook wel, want het verkeer raast, zebrapaden zijn niet heilig (zoals de overheid ons in Nederland wel wil doen geloven) en voetgangers zijn dat doorgaans tegen wil en dank, want wie wil lopen als ‘ie kan rijden? En dan het liefst in een auto, een grote, en die rijden er veel in alle soorten en maten; pick-uptrucks, SUV’s, MPV’s, buggy’s, jeeps, kleine bussen, grote bussen, noem maar op. Een must daarnaast, zeker voor de jongeren (of zij die zich toch echt nog wel jongere voelen) is een stereo-installatie die het volume kan bereiken waarbij de motor van de auto op volle toeren niet meer door de bestuurder te horen is. En dat betekent natuurlijk dat een gehele straat, en blok, en de bovenste etages van twee blokken verderop, mee kunnen genieten van wat toch altijd een bepaalde stevige vorm van dansmuziek blijkt te zijn. Éénmaal heb ik het geluid van rockmuziek gehoord, maar dat was weer snel weggestorven, alsof de eigenaar wél een statement wilde maken, maar toch niet al te sterk.

Voor wie een auto boven het budget is, dan toch maar wel een motor. Of beter gezegd, brommer, want voor de liefhebber van echte motoren (boven 250 cc voor de kenners) is er in Paramaribo niet heel veel te zien. Af en toe komt er een racemonster voorbij, maar daarbij wordt natuurlijk gebruik gemaakt van het ‘unique selling point’ – snelheid, dus valt er alsnog niet veel te zien. Vroeger, zo begreep ik, reed de politie op grote Harley’s. En het was mijn hoop daar nog één of twee van te zien rondrijden, maar helaas, de enige politie-motor die ik tot nu toe heb gezien (gek hoor, er zal toch wel meer dan één motor in Paramaribo zijn, maar het lijkt toch echt of ik telkens dezelfde zie) is een krakkemikkige (gisteren hoorde ik hem gestart worden en wegrijden) Yamaha Diversion 900 (ook weer voor de kenners...) en daar is eigenlijk niet zoveel spannends aan. Toch lijkt Suriname me een land bij uitstek om op de motor te verkennen, en dan één die ook niet vies is van zand of modder of een laag water dieper dan enkelhoogte. Maar dat is wellicht voor een volgende keer.

Maar goed, terug naar het voetganger-zijn. Waar er niet veel automatische waardering voor de zebrapaden is (als ze niet al half zijn weggesleten), is er wel respect voor de voetganger zélf. Uit medelijden geboren of niet, dagelijks komt het voor dat ik aan de kant sta om over te steken en mij doormiddel van een toeter te kennen gegeven word dat ik over mag. Of dat, wanneer ik duidelijk – door nadrukkelijk een stap naar voren te doen – te kennen geef me op het rijgedeelte te willen gaan begeven, er ook echt wordt afgeremd door het aankomende verkeer. Toch gebeurt het me even zo vaak dat dezelfde toeter wordt gebruikt om aan te geven dat ik echt moet doorlopen, omdat ik de boel ophoud met m’n over-ge-steek. Tot zover de verkeerservaringen.

Want een andere beleving wil ik u niet onthouden. Ook een verbazing, maar eerder één van verwondering, en wel in twee delen. Het eerste was toen ik vanmorgen eindelijk de binnenkant van de kathedraal kon zien. Wat een pracht. Precies zoals de grote klassieke kerken zijn gebouwd, met zuilen en bogen en prachtige ramen en galerijen, maar dan volledig, echt volledig en geheel uit hout. Ziet u de foto’s. De pilaren en de voeten die deze ondersteunen, het grote altaar dat centraal in het priesterkoor staat, de kruiswegstatiën aan de zijkant van de kerk, alles is houtsnijwerk, een enkel beeld daargelaten. En daar te zitten, in die kerk, met de ramen open om het vroege zonlicht binnen te laten en de wind voor afkoeling te laten zorgen, is een begin van een dag die ik een ieder zou gunnen, simpelweg daar aanwezig zijn. Maar deze kerk is een actieve gemeenschap en doet meer dan alleen de ruimte te bieden. Iedere dag, zo schreef ik al, wordt er voor de mensen die in de omgeving werken, een ochtendwijding gehouden. En ook iedere dag, dat hoorde ik vandaag, wordt er om twaalf uur een dienst gehouden. En ik bezocht vandaag de dienst van twaalf uur in de veronderstelling dat het een eenvoudige middagzegen zou zijn, zoals we ook wel in de broedergemeente kennen. Maar nee. Het was een complete dienst waarin een priester leidde, met een complete liturgie, gebeden, samenzang (ook al waren en niet veel meer dan 15 mensen aanwezig, we deden ons best), twee tekstlezingen, een preek, en de viering van de eucharistie, een volledige kerkdienst die de naam waardig is. Maar dat, een complete dienst, zo midden op de dag, en blijkbaar iedere werkdag –hoe bijzonder ook- dat was niet de verwondering. Dat was het moment dat de priester zong. Een stem zo klaar als een klok, loepzuiver en krachtig, gebruikmakend van de fantastische akoestiek van de kerk. Een stem die in alle kracht, vlak voor het lezen van het evangelie, een bijzonder mooi, opgewekt, maar vooral ook ontroerend ‘halleluja’ zong, en ik wilde op dat moment nergens anders zijn dan daar.

Foto’s

3 Reacties

  1. Viola Dikmoet:
    22 april 2015
    Ik geniet elke dag weer van de leuke verhalen, dat u meemaakt.
    Mocht u de heer Paul MacNack weer ontmoeten, wilt u dan de groeten doen van Viola uit Heerhugowaard,
    Groetje en nogmaals heel veel plezier in Suriname.
  2. Annelous:
    23 april 2015
    Ai boi! Dat is het verkeer in Sranan zoals ik van menigeen heb gehoord
    Mij wens om ooit de Kathedraal te bezoeken Is alleen maar sterker geworden. Dank je.
  3. Ria Gesser-L:
    23 april 2015
    Weer fantastisch! Groeten aan Paul.
    Ja, ik ken de stem van pater Kros. Mooie stem.
    Veel plezier.