Woensdag 15 april - het Centrale Kantoor

15 april 2015 - Paramaribo, Suriname

Ik moet wennen aan de gewoonte om eerder een taxi te bestellen dan te gaan lopen, zo bedenk ik mij op de vroege ochtend van deze woensdag. De hartelijke uitnodiging om de dagopening bij te wonen op het salontafeltje in het appartement herinnert mij eraan vroeg op te staan. Maar een half uur voordat ik gerekend had dat we naar het centraal kantoor zouden gaan, wordt al op mijn deur geklopt: ‘dominee, bent u al klaar?’ Een snelle douche- en aankleedprocedure maken dat ik binnen no-time op het plaatsje beneden sta. In mijn beleving was het centrale kantoor niet ver weg, maar de zuster die me erheen brengt heeft een taxi besteld, waarop het wachten is. Ik begrijp van haar dat dit een vriendelijk gebaar is ‘zodat u niet hoeft te lopen’. En vanwege de ervaring met de warmte aanvaard ik het gebaar dankbaar.

Nadat de chauffeur van de taxi op het overvolle kruispunt domineestraat/steenbakkerijstraat langs mij heen met een ijsverkoper op de hoek, al schreeuwend wat woorden wisselt (mijn kennis van het Surinaams is voldoende om te begrijpen dat het vriendelijk is), komen we op het Centraal Kantoor, inderdaad niet ver weg, later zal ik dan ook te voet terugkeren.

De taal van de EBG is universeel, zo blijkt ook op het centraal kantoor. En dan doel ik niet op het Nederlands, maar op het dagtekstenboekje en de liederen: ‘Ja ik weet, Jezus leeft’  zongen we uit volle borst, en alle coupletten! bij de dagopening, samen met het personeel van het centraal kantoor. Anderhalve week na pasen brandt het vuur van dankbaarheid over die bijzondere en krachtige boodschap nog iedere dag, ook hier. Na afloop van de dagopening wensen alle aanwezigen elkaar een gezegende werkdag, wat een mooi begin van de dag!

Er volgt een bijzonder prettig gesprek met zuster Cynthia Rozenblad (Ja, het is familie...), de algemeen coördinator van het kantoor. Niet alleen vertelt ze honderduit over haar werk, vooral ook delen we met elkaar wat het betekent om voor te gaan in kerkdiensten, met name de zoektocht (worsteling soms) in de preek: hoe verwoord je het zo dat het recht doet aan Gods woord, én ook bij de mensen aankomt. Een thema om een dag mee te vullen, en al snel is het tijd voor  haar volgende afspraak. Deze momenten van gesprek met collega’s, zeker zoals deze zuster met heel veel ervaring, daar is het me om te doen.

Na een bakje koffie met koek volgt een gesprek met br. Peerwijk, vice-praeses van het Provinciaal bestuur, die me voor een wandeling in de buurt meeneemt. Op de overdekte markt kijk ik mijn ogen uit. Het is ondertussen laat in de ochtend, dus de meeste vlees- en visstallen zijn al uitverkocht, maar wat een keur aan waar, etenswaar en andere goederen. Tijd om werkelijk uitgebreid rond te lopen neem ik een andere keer, maar zo’n markt, de bedrijvigheid en drukte maken me op de één of andere manier vrolijk. De broeder vraagt me voorzichtig of het niet te druk en rumoerig is, maar ik verzeker hem dat ik ervan geniet en me eigenlijk altijd stadskind heb gevoeld (Hoewel in een dorp opgegroeid, wel in het broeierige Vlaardingen geboren) al lachend vertelt hij me de do’s en dont’s van het toerist-zijn in deze bruisende stad, zoals nooit je geld wisselen bij iemand op de hoek van de straat! Ook spreken we over wat deze broeder zeer na aan het hart ligt: het bevrijdingspastoraat, het onderwerp waar we in onze gemeente nog over spraken, de zaterdag voor mijn vertrek. Hij vertelt mij hoe de Broedergemeente zoekt naar manieren om gemeenteleden en ook anderen bij te staan in hun worsteling met die zaken die hen in hun leven binden en beperken: van slechte invloeden in relaties en vriendenkring, tot psychiatrische aandoeningen, verslavingen en boze geesten. Een onderwerp dat, zo vermoed ik, zeker nog terug zal komen deze weken omdat het hier sterk leeft.

Daarna, samen met hem en broeder Zamuel, de voorzitter van het bestuur, bespreken we het programma voor de komende dagen en weken. Er staat veel op het programma waar ik naar uitkijk, het wordt een mooie tijd!

’s Avonds, na een korte rustperiode (een siësta is geen luiheid, maar noodzaak) kuier ik de stad in en maak nog wat foto’s. Terug in het appartement schrijf ik dit verslag en bedenk mij: er was wat onbegrip voor de keuze van het provinciaal bestuur om mij in de Zinzendorfherberg onder te brengen, omdat het niet in een goede staat zou zijn. Zelf merkte ik daar weinig van, en toelichting van br. Zamuel eerder vandaag helpt om het verschil in beleving te verklaren: kort geleden is een deel van de herberg volledig gerenoveerd (het deel waarin ik verblijf). Dit is te merken: er is airco, en op ieder kamer een grote plafondventilator. ik heb een eigen douche, toilet en keuken, en niet onbelangrijk: koelkast. Het is schoon en iedere dag liggen er verse handdoeken voor mij klaar (“wel de schone handdoek gebruiken, hoor, dominee!”) Het is een goed verblijven hier!

Foto’s

2 Reacties

  1. Corry wikkeling:
    16 april 2015
    Ha die Mark,
    Wat ontzettend leuk om je ervaringen te lezen!Ik kreeg de tip van Ilse Laatst om in te loggen en daar maak ik dankbaar gebruik van!!!Ik lees dat je een behoorlijk vol programma hebt en dat in die warmte! Neem wel iedere middag tijd om tot jezelf te komen(slapen!)Echt doen hoor!!!!Lieve groet van Ot en mij, Corry Wikkeling
  2. Jane peitewr:
    16 april 2015
    welkom in SU de mark is altijd DE EERSTE PLEK WAAR IK NAAR TOE GA NA AAN KOMST IN SU FIJN DAT U DE EERSTEDAG TOCHT POSITIEF HEB ERVAREN PRETTIGE TIJD