Vrijdag 24 april – mensen met macht en mensen zonder geld

24 april 2015 - Paramaribo, Suriname

Na een ochtend op het centraal kantoor, de dagopening samen met de medewerkers en een aantal korte en een wat langer gesprek gevoerd te hebben, stap ik naar buiten. Nog maar twee stappen buiten moet ik meteen een schuilplaats vinden, want het begin direct te stortregenen, alsof de regen op mij gewacht heeft (‘het ziet wit van de regen’, zegt men hier). Onder een steiger vind ik een plekje, maar de steiger staat er al een tijd en is niet helemaal recht, en dicht en dus waterwerend meer. Ik schuif steeds een stukje verderop, met de rug tegen het gebouw dat blijkbaar gerenoveerd wordt, om toch zoveel mogelijk de regen lángs me te laten gaan, in plaats van óp mij. De bui is van korte duur, en even plotseling als het startte, stopt het ook. Ik neem me voor direct een paraplu te gaan kopen, maar niet diréct direct, eerst wat eten.

Ik kies vandaag voor een niet zo Surinaams gerecht, en eet, zittende op een grote stoel aan een tafel tegen het raam dat uitkijkt op de winkelstraat, een club-sandwich. Die niet slecht is, overigens. Zo zittende, laat ik mijn gedachten de vrije loop. Ik staar wat voor me uit, de straat over, kijk naar het verkeer en bedenk dat er inderdaad weinig mensen op de fiets zijn (zoals me al verteld was; 'alleen de hollanders fietsen'). Die er wél zijn, zijn bijna allemaal blank, en ook nog vaak jong en vrouw. Suriname is een populair land voor stagiaires uit Nederland (vanwege de taal en ook het klimaat, uiteraard), met name in studierichtingen die met zorg/welzijn of onderwijs te maken hebben, en die studies trekken voor zover ik heb begrepen nog altijd veel meer vrouwen dan mannen.

Maar starend uit het raam zie ik ineens een politieagent op de fiets. Dat is vreemd. In Nederland zijn ze een bijna onmisbaar deel van het straatbeeld, de befietste politie, zeker in de grote steden. Maar hier heb ik het nog niet gezien. De politieagent fietst moedig tegen de rijrichting van de straat in, en wijst de automobilisten, om van de baan waar hij rijdt, af te gaan, naar de baan ernaast, en in een éénrichtingsverkeerstraat met drie banen gaat dat allemaal goed. Maar waarom, zo vroeg ik mij af, en blijf geboeid kijken naar het spektakel dat volgt. Eerst rijdt er een grote zwarte SUV met geblindeerde ramen de straat in, nog steeds tegen de rijrichting. Vervolgens zie ik een aantal mensen met camera’s, mensen met microfoons, met dictafoons en bij gebrek aan die professionele apparatuur, ook een aantal mensen met smartphones die ze als camera of microfoon gebruiken. Wat is er toch gaande, denk ik, en geboeid blijf ik kijken. Naast de apparatuur dragen ze allemaal ook een paraplu want, terwijl ik op mijn broodje wachtte, is het weer begonnen met regenen, maar nu wat minder heftig.

Tussen die flitsende en filmende camera’s loopt een vrouw. Zij draagt geen paraplu, maar heeft wel een petje op. En langzaam dringt het tot me door. Ik zie kleine vlaggetjes op de auto’s (het zijn er ondertussen een stuk of vier, allemaal zwart met donkere ramen) paarse vlaggetjes, net als de kleur van het petje van de vrouw. En al snel onderscheid ik een drietal letters, u kent ze: NDP (Nationale Democratische Partij), de partij van Bouterse. Ik ken deze vrouw niet, maar zoals ze loopt, fier, met opgeheven hoofd, af en toe stilstaand en even om zich heenkijkend, zodat de camera’s een mooi shot kunnen maken, en rustig weer verderlopend. Schijnbaar niet gedeerd door de regen, trots op het land, op het weer dat erbij hoort, ‘dat is een partij die de leiding waard is’ zo hoor je de houding van deze dame het uitroepen. En ze zou weleens gelijk kunnen krijgen, want overal hoor ik dat de NDP nog steeds, ook na de afgelopen regeerperiode (misschien wel juist dankzij, volgens sommigen), zeer populair is. Ik vermoed dat dit de eerste in een reeks ervaringen zal zijn die te maken hebben met de verkiezingen die nu bijna precies één maand weg zijn (op 2e pinksterdag mag Suriname naar de stembus).

Er zou, zo bedacht ik mij deze avond, een etiquette moeten bestaan voor hoe je het beste kunt omgaan met bedelaars. Schreef ik een kleine week geleden nog dat ik maar één bedelaar heb gezien, sindsdien is dat wel veranderd, ik heb zelfs een ‘eigen bedelaar’. Dat het veranderd is, komt natuurlijk doordat je dingen pas ziet als je er werkelijk op let. De opmerking; 'een eigen bedelaar’ verdient wat meer uitleg. De dag nadat ik het schreef, was ik in één van de kleine supermarktjes die er overal zijn (het is overigens verassend hoe veel goederen je kunt uitstallen en opbergen in een ruimte die niet veel groter is dan een bovenmaatse woonkamer) en voor de ingang stond deze man. Hij sprak wat onverstaanbare woorden, en pas na een tijdje had ik door dat hij zich tot mij richtte. Ik lachte vriendelijk naar hem (wat hem natuurlijk aanmoedigde) en ging verder met inkopen. Bij de kassa kwam ik erachter dat ik te weinig geld had, en moest mijn sardientjes weer terugleggen. Met maar vijftien cent retour liep ik naar buiten, waar deze man nog steeds stond. Ik verontschuldigde mij, en gaf hem wat ik had. Gek genoeg glimlachte hij zeer vriendelijk en bedankte mij. En dat was de start. Sindsdien, wanneer ik hem tegenkom op straat, groet hij me vriendelijk en vraagt of ik niet een tientje wil geven. Soms ook ziet hij me van verre, loopt achter me aan, en roept me: ‘broer, broer, broer, broer’. Als hij me heeft ingehaald vraagt hij me of ik iets kan missen, vanavond was het om een vijfje. Hij haalde me vanavond overigens in, doordat ik door een andere man - veel ouder, werd aangesproken en die me om één srd vroeg. En zo, staand tussen twee mannen zonder geld, kwam ik op de gedachte ‘er zou een etiquette moeten zijn’. Toch, eerlijk is eerlijk: deze oudere man volgde mij naar de winkel en kocht daar een broodje en iets erop. En de jonge man, het is ook voorgekomen dat ik hem tegenkwam in de stad, en hij mij simpelweg met een ‘ha broer’ begroette, zonder verder om geld te vragen. 

En zo gaat de week over in het weekend en mag ik morgen mee op bezoek bij een verjarend meisjesinternaat voor een receptie. Iedere dag heeft zijn eigen verassingen.

Foto’s