Zondag 17 mei – waar twee of drie...

17 mei 2015 - Paramaribo, Suriname

Op het moment dat de dienst begint, lopen we de zaal binnen, en denk ik ‘oei, dat is wel weinig’ (er zijn een 15-20 mensen) maar de volgende gedachte is meteen: ‘Ach, we maken er een mooie dienst van’. Want waar twee of drie vergaderd zijn, maakt het verder niet uit, of het er tweehonderd of driehonderd zijn, of duizend, drie mensen is al voldoende – de Heer is daar. Dus met een voorganger, een organist en een koster heb je een dienst. Maar, eerlijk is eerlijk, het leert nederigheid, dat wel. Tijdens de dienst doet zich het wonderlijke voor dat de groep aanwezigen groeit, en groeit, en groeit. Niet alleen vrij vlak na de start aan het begin, nee, vooral ook in de loop van de dienst. Zelfs na ruim een half uur komen mensen op hun gemak de kerk binnen en gaan zitten. En zelfs terwijl ik aan de laatste zinnen van mijn preek bezig ben, komen er nog een handvol mensen rustig de kerk binnen. De nederigheid van eerder zou bijna plaatsmaken voor iets anders, door de gedachte dat mensen afkomen op een kerk waar hard gezongen en bevlogen gepreekt wordt, maar dat is natuurlijk onzin, het is helemaal niet te horen van de weg af.

En zuster Timmer, de directeur van de Zinzendorfherberg, die mij gevraagd heeft voor deze dienst, heeft mij van tevoren reeds gewaarschuwd dat men in deze gemeente, ehm..., hoe zal ik het zeggen; ‘een ruime opvatting van tijd’ heeft. De diensten beginnen doorgaans later, mensen komen laat binnen, etc. Deze wetenschap maakt wel dat ik me er niet zo aan stoor. Het over me heen laat komen. En met de gemeente samen vieren we een fijne dienst. Tussen twee haakjes, dat: ‘laat het over je heenkomen’, is het beste advies dat ik heb gehad voor mijn reis naar Suriname. Een dergelijke houding maakt dat je helemaal open staat voor wat er gebeurt, nieuwsgierig meemaakt wat de samenloop van omstandigheden, en de voorzienigheid van de Heer op je pad brengen.

De preektekst spreekt over ‘getuigen zijn’. Het is de rede van Jezus vlak voor zijn lijden en sterven, uit Johannes 16. Één van  moeilijke dingen in het schrijven van een preek vind ik de verbinding maken met het nú. Want hoe mooi de woorden en gebeurtenissen van toen ook, als ze niet toepasbaar zijn op het hier en nu, dan heeft het niet zoveel zin om erover te spreken, sterker nog, dan heeft het niet zoveel zin om te geloven. Want geloven is niet het bezoeken van een museum, het is veel eerder te vergelijken met het lopen op de markt. Goed, voor vandaag stoeide ik wat met de tekst, want Jezus spreekt over vervolging en zelfs de dood die zijn volgelingen zouden kunnen vinden wanneer ze van Hem getuigen. En dat zijn zaken die wij niet echt kennen, in onze omgeving. Niet iedereen staat open voor geloof, maar vervolgd worden we niet. Dus hoe is er herkenbaarheid te vinden in het heden? Hoe breng ik deze tekst in het hier en nu? En pas vanmorgen, na het ontbijt kom ik op een idee dat ik verwerk in de preek: geloven is als het krijgen van een nieuwe fiets (of auto, naar gelang de wens) daar ben je zuinig op, die poets je, daar zorg je goed voor. Maar als je alléén maar dat doet; poetsen, en nooit op de fiets fietst, dan ben je verkeerd bezig, dat bent u vast met mij eens. Dan wordt het een museumstuk.

Nu ik dit schrijf denk ik aan een ander voorbeeld: het moment dat ik een nieuwe mobiele telefoon kreeg, nu alweer een drietal jaren terug. Ik stond in de telefoonwinkel, en zocht een hoesje uit. En ik weet nog dat ik een hoesje voor de voorkant zocht, en voor de achterkant, zodat het rondom beschermd zou zijn, zodat er geen enkel krasje op zou komen, want ik vond het zo’n mooie telefoon. Maar de verkoper had heel goed door dat ik eigenlijk absurd bezig was en vroeg: ‘en, wilt u er ook een vitrinekast bij?’ Een telefoon is voor bellen (en internet, en whatsapp, en facebook, enz., enz.) maar niet om zonder krasjes te blijven.

En u volgt wel waar ik heen wil. Als je de Bijbel alleen maar ziet als een mooie verzameling verhalen, mooie verhalen, die je telkens weer wilt horen, omdat ze zo mooi zijn, maar niet meer dan dat, mooie verhalen. Als je zo met de Bijbel omgaat, dan ben je als de bezitter van de fiets die er niet op fietst, of de eigenaar van de smartphone die er niet mee belt (of internet, of whatsappt, enz.) Dan behandel je de Bijbel als een museumstuk. Natuurlijk, de verhalen zijn mooi, en rijk een met vele lagen, maar ze zijn juist zo mooi omdat ze meer zijn dan verhalen: ze vertellen ons iets in het hier en nu. Geloof moet beleefd en beleden worden, anders kun je het beter niet doen. En het belijden van het geloof, wat dat is, dat is helder: voor de mensen naast je zorgen, de ander liefhebben als jezelf en God boven alles. Zoeken naar verbinding in plaats van vervreemding, naar naastenliefde in plaats van eigenliefde. En dán kun je weerstand tegenkomen. Want je kunt je bijzonder onpopulair maken door mensen te confronteren met egoïsme en het ‘eigen belang eerst’. Wanneer je geloof een museumstuk blijft, een mooi verhaal om met regelmaat te horen, zal die weerstand er niet zijn. Maar wanneer je het geloof handen en voeten geeft, dan kom je die wel tegen. Dan val je met je fiets. Maar dat wil niet zeggen dat we niet meer moeten fietsen, ‘Zoals een fiets is om te rijden, is het geloof om te belijden’. En hoewel Suriname geen fietsland is (zie eerdere blogs waarin ik mijn bewondering uitspreek voor de moed van de fietsers van Paramaribo) geloof ik wel dat het voorbeeld overkomt. En het antwoord op de weerstand, wat doen we als we vallen met de fiets? Wel, daar is het het vertrouwen op de Heer die ons terzijde staat. Zoals het vertrouwen van David die een legermacht het hoofd bood (we lazen ook psalm 27) en toch zegt: op U vertrouw ik, zo is het ook de Heer die óns helpt. Om in de metafoor van het fietsen te blijven: hij staat aan onze zijde om ons op te vangen als we dreigen om te vallen.

Een gezegende week!

Foto’s

4 Reacties

  1. Corry wikkeling:
    18 mei 2015
    "Zoals een fiets is om te rijden, is het geloof om te belijden".Mooi gevonden Mark! En dan vandaag komt Mirella!!!!Otmar en ik wensen jullie een goede, fijne en bijzondere tijd samen in Suriname! Lieve groet,Corry Wikkeling
  2. Douwe:
    18 mei 2015
    ik stuur deze blog naar mijn dochter Dana, die op Pinksterzondag belijdenis doet. Belijden is doen!
  3. Dana:
    20 mei 2015
    Wauw, dit is de inspiratie voor mijn belijdenis! Mag ik het gebruiken om mijn belijdenismotivatie woorden te geven?
  4. Mark:
    21 mei 2015
    Beste Dana, natuurlijk mag je het gebruiken voor je belijdenismotivatie! Ik wens je een zeer gezegende dag, zondag. Of, zoals mensen je zullen zeggen: "welkom in de strijd".